Enkele tijd geleden schreef ik een blog over ruimte scheppen. Ruimte die je zowel op fysiek als op mentaal niveau in staat stelt om te creëren. Ruimte waarin je jezelf kan en mag zijn. Ik eindigde deze blog met de belofte om mijn favoriete strategieën met jullie te delen. Ik gebruik diverse strategieën niet alleen om mijn ruimte te creëren, maar ook om deze te claimen.
De strategie die ik de vorige keer beschreef, opruimen, is echter niet mijn favoriete strategie. Ok het geeft zichtbaar snel resultaat, maar opruimen zal nooit mijn meest geïnspireerde bezigheid zijn en iedereen in mijn fysieke nabijheid kan dit beamen.
Maar wat is dan wel mijn voorkeurs strategie? Hoe schep ik het liefst weer rust in mijn hoofd? Hoe creëer ik ruimte om weer te kunnen creëren? Het is iets wat ik al jaren doe en het lijkt ook iets wat ik van nature doe. Ik schrijf. Ik vertrouw al mijn onzekerheden, boosheden, frustraties en angsten aan papier toe. Sommige maanden schrijf ik dagelijks ellelange epistels en andere periodes schrijf ik korte stukken. Soms schrijf ik niets meer dan een to-do lijstje of hou ik een “braindump”. Dit laatste is niets meer of minder dan alle willekeurige gedachtes, die ik probeer te onthouden, op papier te kwakken en dat geeft vaak ook alweer wat ruimte in mijn hoofd. En er zijn dagen dat ik niets schrijf. Die dagen worden soms weken, maanden en ineens is er dan weer de onweerstaanbare drang om te schrijven.
In 2009 kocht ik dit boek:
Ik zat in een creatief dipje en was op zoek naar inspiratie. Op de een of andere manier had ik dat boek nooit ingekeken. Sterker nog ik had het niet eens uitgepakt, het zat nog keurig in het cellofaan. Dus toen ik in september 2017 van mijn coach het advies kreeg om dit boek ter hand te nemen en de daarin beschreven schrijfoefeningen te doen, kon ik gelijk de daad bij het woord voegen. Ik kocht een prachtig dagboek, een mooie pen en ontdeed het boek van zijn verpakking.
Ik moest op zijn tijd wel erg door het Amerikaanse toontje heen prikken, maar er ging een wereld voor mij open. Het boek is gevuld met verschillende (schrijf)oefeningen waarmee je jezelf eens kritisch onder de loep neemt. Ik onderzocht waar mijn onzekerheden, angsten en negatieve overtuigingen over kunstenaarschap vandaan kwamen. Ik keek eens goed of het wel daadwerkelijk mijn overtuigingen waren en niet die van mijn omgeving. Ik definieerde nieuwe positieve ideeën over het leven van een kunstenaar en over succesvol zijn.
De belangrijkste oefening in dit boek is het dagelijks schrijven van de ochtendpagina’s. Je gaat gewoon zitten en begint te schrijven, ongecensureerd en ongestructureerd. Het hoeft niet netjes en je let niet op D-tjes of T-tjes. Je vertrouwt al je gedachtes direct toe aan het papier. Al het geneuzel, alle boosheden, alles wat er maar uit wil schrijf je op. Je schrijft, schrijft en schrijft, en niets lees je terug. En op de ochtenden waarop je zo zeker weet dat je niets hebt te schrijven, moet je juist schrijven, want juist op die ochtenden verras je jezelf met inzichten.
Dit boek valt voor mij in de categorie ‘boeken die je leven verrijken’ en ik kan dit boek je dan ook van harte aanbevelen. Het doen van de oefeningen en het schrijven van de ochtendpagina’s (wat ik nog steeds trouw iedere dag doe) heeft mij veel gebracht. En eerlijk is eerlijk, ik heb wel eens een dag overgeslagen met schrijven, maar ik merk keer op keer dat dit het verloop van mijn dag nadelig beïnvloedt. Ik weet nu dat ik door het schrijven van de ochtendpagina’s mijn innerlijke negatieve of angstige stemmetje (de saboteur) een podium geef en dat dit stemmetje hierdoor zijn ei kwijt is voordat de rest van mijn dag begint. De dagen die ik start met schrijven zijn voor mij rustiger en stabieler. Op deze dagen heb ik duidelijk meer ruimte in mijn hoofd en hart.