Klik

Het is alweer een paar maanden geleden dat ik iets van mij liet horen. Niet dat ik niets geschreven heb, het tegendeel is waar. Enkele weken voor de zomervakantie had ik mijn gedachten al op papier gezet.

Ik had een stuk geschreven over mijn nieuwe snode plannen. Want één van de grote voordelen van werken in het onderwijs is dat er dan twee keer per jaar een frisse start mogelijk is. Niet alleen op 1 januari start er een nieuw jaar, op 1 september is er ook weer een schone lei waar je mee mag beginnen. Het mooie van deze “jaarwisseling” is, dat je ruim een maand de tijd hebt tussen het oud (1 augustus) en het nieuw (1 september), je kan dus wekenlang reflecteren, evalueren en nieuwe snode plannen creëren.

 

En dus had ik een aantal nieuwe snode plannen geformuleerd. Plannen die voornamelijk te maken hebben met goede zelfzorg. En dan bedoel ik geen zelfzorg in de categorie “lekkere crèmepjes en vaker naar de kapper gaan”. Ik heb het dan over mijzelf tijd gunnen om te leren en te groeien. Om te genieten van het leven en mijn rust te nemen. Over grenzen aangeven en bewaken. Ik heb het dan over mediteren en niet te vergeten om die dingen te doen waar ik daadwerkelijk gelukkig van word.

Ik herlas mijn tekst en was tevreden. Een paar kleine aanpassingen en het was klaar om te publiceren.

En daar gebeurde het. Of eigenlijk, daar gebeurde het dus juist niet. Ik hoefde alleen maar op de knop “publiceer” te klikken, maar ik kon mij er niet toe zetten. Ik had allerlei geweldige redenen om de knop maar niet te hoeven indrukken.

  • Ik wilde mijn tekst eerst nog eens met frisse blik herlezen (de “morgen ga ik verder” smoes)
  • Ik was niet tevreden over de foto’s (de “het is nog niet perfect” smoes)
  • Ik moest ineens heel nodig mijn ramen lappen/planten watergeven/was opvouwen etc. (de “het zijn nog niet de juiste omstandigheden” smoes)
  • Ik vergat gewoonweg dat ik nog aan mijn blog wilde werken ( de “ik steek mij kop in het zand” smoes)
  • etc. etc.

En dan komt het moment waarop je er niet meer omheen kan draaien en de smoezen op zijn.

 

Ik was bang, niets meer en niets minder. Een soort bijgelovige angst had zich van mij meester gemaakt. Ik was gewoon bang om iets te publiceren over mijn snode plannen. 3 januari had ik ook een blog geschreven over snode plannen voor 2017. Het jaar lachte mij toe. Welgeteld één dag later stond het leven volledig op zijn kop, mijn snode plannen deden er in die periode niets meer toe. En nu maanden later vraag ik mij nog steeds een beetje af of ik misschien, geheel per ongeluk, de goden een heel klein beetje verzocht heb.

 

Angst……. angst is er om te overwinnen, om van te leren en om je te helpen groeien. Dus bij deze publiceer ik toch een blog over snode plannen. En zet ik ze met één klik op de knop in werking.   Klik

 

 

Follow my blog with Bloglovin

Ruimte Schrijven

Enkele tijd geleden schreef ik een blog over ruimte scheppen. Ruimte die je zowel op fysiek als op mentaal niveau in staat stelt om te creëren. Ruimte waarin je jezelf kan en mag zijn.   Ik eindigde deze blog met de belofte om mijn favoriete strategieën met jullie te delen. Ik gebruik diverse strategieën niet alleen  om mijn ruimte te creëren, maar ook om deze te claimen.

De strategie die ik de vorige keer beschreef, opruimen, is echter niet mijn favoriete strategie. Ok het geeft zichtbaar snel resultaat, maar opruimen zal nooit mijn meest geïnspireerde bezigheid zijn en iedereen in mijn fysieke nabijheid kan dit beamen.

Maar wat is dan wel mijn voorkeurs strategie? Hoe schep ik het liefst weer rust in mijn hoofd? Hoe creëer ik ruimte om weer te kunnen creëren? Het is iets wat ik al jaren doe en het lijkt ook iets wat ik van nature doe. Ik schrijf. Ik vertrouw al mijn onzekerheden, boosheden, frustraties en angsten aan papier toe. Sommige maanden schrijf ik dagelijks ellelange epistels en andere periodes schrijf ik korte stukken. Soms schrijf ik niets meer dan een to-do lijstje of  hou ik een “braindump”. Dit laatste is niets meer of minder dan alle willekeurige gedachtes, die ik probeer te onthouden, op papier te kwakken en dat geeft vaak ook alweer wat ruimte in mijn hoofd. En er zijn dagen dat ik niets schrijf. Die dagen worden soms weken, maanden en ineens is er dan weer de onweerstaanbare drang om te schrijven.

In 2009 kocht ik dit boek:

Ik zat in een creatief dipje en was op zoek naar inspiratie. Op de een of andere manier had ik dat boek nooit ingekeken. Sterker nog ik had het niet eens uitgepakt, het zat nog keurig in het cellofaan. Dus toen ik in september 2017 van mijn coach het advies kreeg om dit boek ter hand te nemen en de daarin beschreven schrijfoefeningen te doen, kon ik gelijk de daad bij het woord voegen. Ik kocht een prachtig dagboek, een mooie pen en ontdeed het boek van zijn verpakking.

Ik moest op zijn tijd wel erg door het Amerikaanse toontje heen prikken, maar er ging een wereld voor mij open. Het boek is gevuld met verschillende (schrijf)oefeningen waarmee je jezelf eens kritisch onder de loep neemt. Ik onderzocht waar mijn onzekerheden, angsten en negatieve overtuigingen over kunstenaarschap vandaan kwamen. Ik keek eens goed of het wel daadwerkelijk mijn overtuigingen waren en niet die van mijn omgeving. Ik definieerde nieuwe positieve ideeën over het leven van een kunstenaar en over succesvol zijn.

De belangrijkste oefening in dit boek is het dagelijks schrijven van de ochtendpagina’s. Je gaat gewoon zitten en begint te schrijven, ongecensureerd en ongestructureerd. Het hoeft niet netjes en je let niet op D-tjes of T-tjes. Je vertrouwt al je gedachtes direct toe aan het papier. Al het geneuzel, alle boosheden, alles wat er maar uit wil schrijf je op. Je schrijft, schrijft en schrijft, en niets lees je terug. En op de ochtenden waarop je zo zeker weet dat je niets hebt te schrijven, moet je juist schrijven, want juist op die ochtenden verras je jezelf met inzichten.

Dit boek valt voor mij in de categorie ‘boeken die je leven verrijken’ en ik kan dit boek je dan ook van harte aanbevelen.  Het doen van de oefeningen en het schrijven van de ochtendpagina’s (wat ik nog steeds trouw iedere dag doe) heeft mij veel gebracht.  En eerlijk is eerlijk, ik heb wel eens een dag overgeslagen met schrijven, maar ik merk keer op keer dat dit het verloop van mijn dag nadelig beïnvloedt.  Ik weet nu dat ik door het schrijven van de ochtendpagina’s mijn innerlijke negatieve of angstige stemmetje (de saboteur) een podium geef en dat dit stemmetje hierdoor zijn ei kwijt is voordat de rest van mijn dag begint. De dagen die ik start met schrijven zijn voor mij rustiger en stabieler. Op deze dagen heb ik duidelijk meer ruimte in mijn hoofd en hart.

 

Follow my blog with Bloglovin

Echo’s


Er zijn van die plekken waar de geschiedenis in de lucht hangt, waar je omringd bent door de echo’s van het verleden. Een pijnlijk, angstaanjagend en onwerkelijk verleden. Zo pijnlijk en angstaanjagend dat je deze geschiedenis eigenlijk wil vergeten, maar tegelijkertijd zo onwerkelijk dat het onmogelijk is om te vergeten. Laatst bezocht ik zo’n plaats.

Ik was hier al honderden keren geweest in mijn vroege jeugd. Wij fietsten en wandelden hier iedere zomervakantie meerdere malen. Ik speelde hier als kind en was iedere keer opnieuw gefascineerd door de grote radiotelescopen op het terrein. Terwijl ik dan aan de picknicktafel een krentenbol zat te eten, fantaseerde ik over berichten uit de ruimte en maanmannetjes. Het leven was onbezorgd, fantasievol en één groot avontuur.

Wist ik veel…

Wist ik veel dat dit het terrein is van voormalig kamp Westerbork. Wist ik veel dat er een tweede wereldoorlog had plaatsgevonden. Wist ik veel dat de nazi’s vanaf deze plek 93 treinen lieten rijden, met in totaal 107.000 mensen aan boord, richting de concentratiekampen. Slechts 5.000 van deze mensen keerden terug. En wist ik veel dat er zich tussen deze 107.000 mensen 166 familieleden bevonden. Hier kwam ik pas later, veel later achter.

Het was een schok om tijdens mijn pubertijd, naar aanleiding van een onschuldige schoolopdracht, te ontdekken dat mijn moeders kant van de familie grotendeels vernietigd was tijdens de tweede wereldoorlog. Er werd in de familie niet of nauwelijks gesproken over de oorlog. Ik kan me nog  goed herinneren hoe mijn opa en oma ieder gesprek uit de weg gingen en alle vragen die wij stelden afdeden met een “zorg maar dat je er nooit mee te maken krijgt.”
Een serieuzer onderzoek naar mijn familiegeschiedenis volgde na een toevallig bezoek aan het Joods Historisch Museum in 2010. Daar ontdekte ik per toeval een schilderij waarop ik in eerste instantie een oom meende te herkennen. Het schilderij was meer dan 100 jaar oud, maar de schilder droeg dezelfde achternaam als mijn moeder. Op dat moment werd ik mij plotsklaps bewust van mijn joodse wortels. Inmiddels heb ik kopieën van diverse JOKOS dossiers over familieleden, ben ik in het bezit van diverse archiefstukken en verschillende andere objecten.

 

En nu schrijf ik over mijn bezoek aan deze plaats, ruim 70 jaar nadat mijn voorouders hier waren.

Op het kampterrein, op de voormalige appélplaats zijn 102.000 stenen in de vorm van Nederland geplaatst. Iedere steen vertegenwoordigd een slachtoffer van het kamp en elke steen is net even anders van formaat om de uniekheid van ieder persoon weer te geven. Bovenop de stenen staat een symbool. 213 stenen dragen een vlam als symbool, deze stenen representeren de Sinti en Roma slachtoffers. 100 stenen dragen geen symbool en staan voor de verzetsstrijders die via Westerbork naar de vernietigingskampen zijn afgevoerd. Alle overige stenen dragen een davidster. Maar liefst 166 van deze stenen vertegenwoordigen mijn familie.

Mannen, vrouwen, kinderen.

Mensen.

102.000 mensen die werden buitengesloten, weggevoerd en tenslotte vernietigd. Stap voor stap, mens voor mens. En waarom? Omdat zij een ander geloof beleden? Omdat zij een andere culturele achtergrond hadden? Of omdat er toch iemand de schuld moest krijgen van de moeilijke tijden? Omdat het de macht van enkelen kon vergroten? Deze plek geeft geen antwoorden, maar laat de vragen zien. Deze plek laat zien dat hun geschiedenis onze toekomst is. Deze plaats laat zien wat mensen elkaar, en dus zichzelf, aan kunnen doen.

 

En ik? Ik ben stil. Het is zo’n plaats waar geen woorden te vinden zijn, een plaats waar je alleen maar stil kan zijn en luisteren. Luisteren en leren. Luisteren naar de stilte en de echo’s van het verleden. Tegenwoordig fantaseer ik dat de radiotelescopen deze echo’s opvangen en opslaan in ons collectieve geheugen in de hoop dat wij er iets van leren.

 

Follow my blog with Bloglovin

Dankbaarheid en Superhelden

4 januari 2017 was de eerste dag van de rest van mijn leven. Aanvankelijk leek deze dag een normale dag te worden, die binnen een week in de vergetelheid zou geraken. De ochtend begon kabbelend, mijn partner en ik waren nog maar net wakker en hadden voor deze dag geen plannen of afspraken. Mijn lief zat op de bank en vertelde een grappig verhaal over twee dames op facebook en ons zoontje Sam zat naast hem. Ik stond in de keuken en zette thee voor ons. Sam zou , zoals iedere woensdag, worden opgehaald door zijn opa voor de wekelijkse opa en oma dag.

En toen werd alles anders. Midden in een zin begon mijn partner naar adem te snakken. Eerst dacht ik dat hij zich verslikte, maar binnen een fractie van een seconde realiseerde ik mij dat dit “gasping” was en dat het foute boel was.

Gelukkig kwam op dat moment net mijn schoonvader binnenstappen en konden wij gezamenlijk in actie komen. Hierdoor konden wij minuten tijdswinst maken in een situatie waarin elke seconde telt.

Gelukkig kreeg ik bij 112 een zeer vriendelijke en adequate mevrouw aan de lijn die ons keer op keer gerust wist te stellen en aan te moedigen.

Gelukkig waren er twee politiewagens zeer snel ter plaatse en konden de agenten de reanimatie overnemen en ons opvangen.

Gelukkig waren er ook zeer snel twee brandweermannen ter plaatse die de agenten ondersteunden en de weg in huis vrij konden maken voor de ambulancemedewerkers die onderweg waren.

Gelukkig arriveerden  de twee ambulances ook zeer snel.

Binnen een minuut of tien was onze kleine woonkamer gevuld met hulpverleners die zeer professioneel en doortastend vochten voor het leven van mijn lief. De ambulancemedewerkers kregen mijn partner snel stabiel genoeg om naar het ziekenhuis te vervoeren.

Gelukkig was er nog een bed beschikbaar op de afdeling hartbewaking van het olvg en konden wij met gillende sirenes naar Amsterdam vervoerd worden. In het ziekenhuis werden wij reeds opgewacht en kon mijn partner direct de katheterisatie kamer in.

Gelukkig was er thuis een buurvrouw die mijn schoonvader en de kinderen opving.

Gelukkig hebben wij een hechte en liefdevolle familie, waardoor wij elkaar door deze emotionele, hectische periode heen konden slepen.

Het waren angstaanjagende dagen, het hart van mijn man liet zich in eerste instantie niet temmen. De artsen besloten om hem kunstmatig in slaap te brengen en hij werd overgebracht naar de intensive care afdeling. En daar lag die beer van een vent in een ziekenhuisbed, aan de beademing met allerlei draden en slangen aan zijn enorme lijf.  ’s Ochtends kerngezond een grappig verhaal vertellend en ’s avonds lag hij op de intensive care aan de beademing. Maar mijn lief herstelde snel. Na krap 24 uur mocht hij weer wakker worden en van de intensive care af. Hij was nog wel zeer verward en kon niet goed begrijpen wat er was gebeurd. Gelukkig verdween de verwardheid en bleek zijn geheugen niet te zijn beschadigd.

Inmiddels is er operatief bij mijn lief een ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator) geplaatst en op vrijdag de 13e januari konden wij thuis samen vieren dat wij één jaar gelukkig “gepartnerd” zijn.


Dinsdag 3 januari schreef ik mijn blog over snode plannen, woensdag 4 januari was dat in een ander leven. Zoals John Lennon al zong: “Life is what happens to you while you’re busy making other plans.”. Gelukkig heb ik veel om dankbaar voor te zijn en gelukkig zijn er op deze wereld heel veel geweldige superhelden.

 

 

Follow my blog with Bloglovin

Bestemming Bereikt

Follow my blog with Bloglovin

Stijf knijp ik mijn ogen dicht. Ik beweeg niet. Ik ben hier niet. Dit ben ik niet. Vaag dringen de geluiden van buitenaf tot mij door. Ik hoor het stemmetje van het kleinste gedrocht. Dat heldere stemmetje wat door iedere deur en muur heen klinkt in dit gehorige huis. Het stemmetje wat steeds maar vol overtuiging het woord mama in mijn richting blijft gooien. Het stemmetje wat het moeilijkste is om te negeren. Ik hoor geschuifel, meubels die over het laminaat krassen. Gestommel. De mannenstem klinkt nu ook. De mannenstem mompelt iets tegen het gedrocht over tot rust komen en gezellig buiten spelen. De mannenstem klinkt raspend, vermoeid. Zou hij net zo vermoeid zijn als ik? Het gedrocht lijkt te zijn overtuigd. Beide stemmen sterven weg. Ik open mijn ogen en kijk om mij heen. Ik bevind mij nog steeds in de gevangenis van de roze sprei met bijpassende gordijnen.

Met bovenstaande alinea deed ik mee met de door avrotros georganiseerde schrijfwedstrijd “De pennen zijn geslepen”.  De opdracht was; schrijf de eerste alinea (150 woorden) van een spannend verhaal. De tien beste inzendingen gingen door naar de volgende ronde en kregen de kans om uitgewerkt te worden tot een kort verhaal van 750 woorden.

De laatste maanden ben ik weer erg veel aan het schrijven en het leek me een goede oefening om eens “in opdracht” te schrijven.  En niet zomaar een opdracht, maar eentje die behoorlijk buiten mijn comfortzone ligt. Ik lees en schrijf eigenlijk nooit thriller verhalen, aangezien mijn interesse ligt bij magisch-realistische en deprimerend-Russische romans.  En niet alleen het genre ligt vergenoeg buiten mijn comfortzone om voor angstzweet te zorgen. Ook het feit dat mijn alinea beoordeeld zou worden door een vakjury en de wetenschap dat heel Nederland mijn alinea kan lezen, zorgde voor heel wat onrust.

Het schrijven van een alinea is niet de uitdaging, maar deze vervolgens delen met anderen en weten dat je afgewezen kan worden, daar ligt voor mij de grootste uitdaging.  Binnen een uurtje was de alinea geschreven en gepolijst. Het insturen duurde een behoorlijke tijd langer. Ik had zoveel tijd nodig om moed te verzamelen, pas op de laatste dag leverde ik mijn tekst in.

1344 kijkers hadden een eerste alinea  ingestuurd en slechts tien alinea’s werden uitgekozen. Kansberekening is nooit mijn beste vak geweest, maar zelfs ik zie in één oogopslag dat dit een héle kleine kans is om in de top tien gekozen te worden.

 

Heb ik gewonnen?

Nee, ik zat  niet in de top tien en mocht niet als onderdeel van de wedstrijd mijn alinea uitwerken tot een compleet verhaal.

Heb ik verloren?

Nee, het is me gelukt om allerlei angsten te overwinnen en ik heb mijn tekst ingezonden. En de lezers die reeds mijn eerdere blogs hebben gelezen, snappen dat meedoen al  een overwinning is.