Dagelijks zie ik ,prachtig ingelijst, op mijn bureau de zin “alles van waarde is weerloos”, maar eigenlijk vraag ik mij nooit af waar deze zin vandaan komt. Ok, ik weet dat het woorden zijn uit een gedicht van Lucebert, de keizer van de vijftigers, maar hoe zijn gedicht heet of wat er nog meer in staat, dat weet ik niet. Deze zin spreekt zo tot mijn verbeelding, ik heb geen context nodig, ik geef liever mijn eigen betekenis aan de woorden.
En juist nu, in een tijd van mogelijk verlies, lijkt dit citaat extra waarde te krijgen. Juist die weerloosheid van het leven maakt ons leven zo waardevol. De vergankelijkheid en eindigheid van onze levens maakt ze zo waardevol. Want wat is nu werkelijk van waarde? Het hebben van de nieuwste telefoon? Een nog snellere laptop, een duurdere camera? Rijden in een super-de-luxe auto? Het hebben van nog meer schoenen, jurken of handtassen? En dat allemaal van het juiste merk, in de juiste kleur en volgens de laatste trends. En we moeten dit dan ook allemaal delen via mooie plaatjes en praatjes op social media en ook zoveel mogelijk “likes” zien te krijgen.
Ik geloof niet dat het hebben van al deze spullen mijn leven waardevol maakt. Ik weet zeker dat het hebben van al deze spullen mij ook niet gelukkiger maakt. Sterker nog, ik raak al gestrest bij het idee om aan al deze materiele eisen te moeten voldoen.
De confrontatie die ik in mijn persoonlijke leven nu dagelijks aanga met de vergankelijkheid van ons leven verscherpt mijn overtuigingen en inzichten betreffende wat waardevol is en wat (naar mijn bescheiden mening) niet. Die zaken waar ik gelukkig van word, die in mijn leven waarde hebben en die aan mijn leven waarde geven zijn zo kostbaar dat het niet in geld is uit te drukken. Ik noem deze dingen maar even voor het gemak mijn “kernwaarden”. En het kennen van jouw eigen kernwaarden is zo fijn, omdat jij dan iedere dag een klein of groot geluksmoment voor jouzelf kan creëren.
Ik word gelukkig van iedere dag minstens een half uur alleen zijn en dan niets te moeten. Ik word gelukkig van creatief bezig zijn, en mijmeren. De natuur is ook zo’n bron van geluk. Ik word gelukkig van in stilte thee drinken, bloeiende pioenrozen, tuinieren, schrijven, kaarsjes branden, schat zoeken op het strand of in het bos.
En poëzie, daar word ik ook gelukkig van.
Dus heb ik de tekst van het Lucebert gedicht maar even opgezocht en het ingelijste citaat vervangen door de volledige versie.
de zeer oude zingt:
er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is het ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings
alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk
als het hart van de tijd
als het hart van de tijd
Lucebert